2023-07-27 De Harp, Arie Storm (Prometheus Amsterdam 2022
De roman De Harp van Arie Storm heb ik geboeid gelezen.
De hoofdpersoon Tom van Santen is schrijver. Hij ziet zijn schrijverschap als oproepen van het leven en het gevoel van het leven. ‘Wat het betekent in leven te zijn.’ Dat is een existentieel thema en daar hoort naar zijn gevoel literatuur over te gaan.
De stijl van schrijven van Arie Storm spreekt mij aan. Hij heeft humor en en hij raakt aan diepere levensgevoelens en levensvragen. Hij doet dat onomwonden en daardoor kunnen zijn lezers ook uitgedaagd worden zich met die levensgevoelens en levensvragen bezig te houden.
Tom van Santen is iemand wie het op zijn levensweg allemaal overkomt. Ook in zijn schrijverschap. In de roman vraagt hij zich ergens af in welk boek hij al schrijvend was beland. Tom van Santen schrijft over gebeurtenissen die fictief zijn. Dat wil zeggen dat alles wat hij schrijft verzonnen is. (p. 12)
Hij voegt daaraan toe dat hij er zich niet over uitlaat of wat hij beschrijft ook werkelijk fictief is. Ook wat fictief is kan in de werkelijkheid bestaan. Een verzonnen levensgevoel in een romanfiguur kan in de werkelijkheid ook bij een levend mens voorkomen. Van Santen stelt dat dat serieuzer is dan het opschrijven van dingen die allemaal in het leven gebeurd zijn. Dat kan iedereen volgens hem.
Het thema fictie en werkelijkheid speelt door heel het boek heen. Ook bij de tweede schrijver in het boek, Alfred W. een oud politicus, komt het voor. Hij schrijft als een soort memoires zijn ‘Herinneringen aan een lang leven’. Alfred W. is de schoonvader van Tom van Santen, vader van zijn vrouw Fiona. Zij gaat helemaal uit haar dak, omdat hij in zijn herinneringen de werkelijkheid verdraait. Tom krijgt van zijn vrouw Fiona de opdracht de publicatie van het manuscript te voorkomen. Ook dat laat Tom over zich heenkomen. Hij glijdt erin mee en hij komt in een opeenstapeling van gebeurtenissen terecht. Tom spreekt over de onvermijdelijkheid van het lot. (p. 53). Die kun je niet verslaan.
Terug naar het levensgevoel van Tom van Santen. Hij beschrijft zijn gemoedsgesteldheid zoals die ontstond in zijn jeugd in Den Haag (p. 40). Hij schrijft: ‘Geluk of de aanwezigheid daarvan is iets in je hoofd, een gevoel, ik weet niet hoe dat werkt, een gezoem – je merkte het denk ik niet aan me, maar ik was een verwrongen, zich ellendig voelend, naar depressiviteit neigend, wreed, misbruikt, beledigd, behoeftig, aangetast en beschaamd kind, iets wat in diepste wezen ook als volwassene ben. Je zou dat de constante van mijn leven kunnen noemen. Ik voel me inmiddels redelijk op mijn gemak, als ik thuis kan blijven, als ik daar kan schrijven en lezen. Maar zodra ik me buiten de deur begeef, dreigt het treurige gevoel terug te keren.’
Hij vertelt dat hij toen hij Den Haag verlaten had en in Amsterdam was aangekomen, gelukkig was. Hij zat in het hier en nu en was gearriveerd waar hij moest zijn (p.41).
Tom van Santen mist een reëel gevoel (p. 133) en hij vraagt zich filosofisch, metafysisch en ontologisch af of ons bestaan niet per definitie illusoir of breekbaar is. ‘We hebben nooit stevige grond onder de voeten. Alles gaat voorbij.’ En ook: je kent jezelf niet en je kent de ander niet en de meeste tijd heb je geen idee wat je precies voelt en dat je in essentie altijd alleen bent. Je bent niet op je gemak bij jezelf. Voortdurend heb je een schimmig besef van anderen en van jezelf.
Tom van Santen is het liefste thuis. Het geeft het beeld dat hij zijn woning bedoelt. Het omhulsel waarin hij verblijft, maar dat hij daarbinnen een thuisloos gevoel heeft. Altijd al. Niet thuis in het leven. Niet zeker van je eigen gevoelens en niet zeker van de gevoelens van je relaties. Ook niet van hen die je liefhebt.
De titel van het boek is ‘De harp’. Die harp ziet hij bij zijn eerste liefde in Amsterdam, bij wie hij maar enkele ogenblikken verblijft en het bed mee deelt. En ook bij Fiona is het beeld van de harp het beeld van het onzekere gevoel dat bij haar ten opzichte van hem bestaat.
Kortom, uit het boek De harp komt mij de indruk tegemoet van iemand die diepgaand niet thuis is in het leven, het bestaan als zinloos beleeft, het liefste in zijn huis blijft en die zich afvraagt of het bestaan niet ten diepste illusoir of breekbaar is. Daarachter staat wel een vraagteken.
Met iemand als Tom van Santen zou ik graag in gesprek gaan om meer te horen over dat levensgevoel en om het te hebben over dat vraagteken. Of er toch niet ergens een mentaal lichtere werkelijkheid en minder depressief gekleurde gemoedsgesteldheid kan ontstaan in jezelf en verbinding met anderen.
2022-06-22 dagboek Troost
Door allerlei dingen die in ons leven gebeuren kunnen we op zoek gaan naar troost. Michael Ignatieff heeft daar een boek over geschreven onder de titel ‘Troost. Als licht in donkere tijden’.
Troost komt van het latijnse consolor: samen verlichting vinden (p. 13). Hij laat in de geschiedenis zien hoe mensen in hun persoonlijke levenssituatie troost vonden.
Een heel scala aan troost biedende invalshoeken komt voorbij met onderliggende verhalen. Om er een paar te noemen:
- troost door samen delen van verdriet
- troost biedende filosofische en religieuze (waaronder bijbelse) tradities
- de ervaring van iemand zelf of bij anderen dat je een tragedie kunt doorstaan
- zelfbeheersing bewaren
- de tijd heelt wonden
- verzoening zoeken met de wereld zoals die is
- je lot aanvaarden
- in waarheid leven
- de overtuiging dat we verlies kunnen overwinnen
Het boek biedt goede aanknopingspunten voor geestelijk verzorgers en hulpverleners om na te denken over het bieden van troost in de praktijk.
2022-01-19 – dagboek – Over ons geweten
In een televisieprogramma hoorde ik een interessante opmerking over ons geweten. De zus van Herman Brood zei dat hun moeder altijd zei dat ze niet gelooft in God, maar dat ze naar haar geweten luistert.
Ik vind dat een mooie gedachte, omdat het betekent dat de dingen die je doet en niet doet een diepere afweging in jezelf hebben. Met andere woorden: we doen niet zomaar iets, maar we laten ons spreken en ons handelen door diepere motieven bepalen. Dit is ook ons geweten. De vraag blijft waardoor ons geweten wordt gevormd. Door wie of door wat groeit ons geweten in onszelf? Ontstaat dat in onszelf alleen, of komen daar ook invloeden van buiten bij? Voor mij is dat ook God. Meer in het bijzonder wat we over Hem lezen en horen hoe Hij aankijkt tegen het mensenleven. Voor mij is dat richtinggevend. Natuurlijk zijn er veel meer invloeden op, maar God en geweten hoeven geen aparte velden te zijn in onszelf. Ook God kan in ons geweten spreken.
2022-01-31 dagboek – een aangenaam mens
In de online gespreksgroep die we iedere donderdagavond hebben was het thema: aangename mensen. Dit naar aanleiding van het inspiratiemoment van de afgelopen week (archief-inspiratiemoment-22-01-24). Het gesprek leverde heel wat nuttige tips op voor direct gebruik. Ze kwamen voort uit eigen ervaringen – wat zijn voor mij aangename mensen, en uit ideeën die verder in de groep leefden. Ik zet ze kort op een rijtje.
Een aangenaam mens is iemand:
- bij wie je je gehoord voelt. Iemand die niet direct met een eigen verhaal komt als je iets vertelt of direct een oplossing aandraagt
- die begrijpt dat jouw optreden voortkomt uit je gemoedsgesteldheid.
- die vriendelijk is en blijft, ook als je het niet met elkaar eens bent.
- die liefdevolle aandacht geeft.
- die een stilte kan laten vallen, met jou stil kan zijn
- die vrolijkheid en humor in een gesprek kan brengen
- die je aankijkt
- die je bij je naam noemt, zodat je voelt dat je geen nummer of voorbijganger bent.
Ook zeiden we nog dat aangenaamheid in jezelf en iemand anders kan groeien. Jouw houding en jouw prettige toewending naar iemand anders kan na een tijdje ook een opening maken bij de ander. Kortom: het is goed om je iedere dag weer bewust te zijn wat je naar mensen die je ontmoet wil uitstralen om iets van het goede leven te laten voelen.
Waar hemel en aarde elkaar raken
26 augustus 2021
Sinds begin van dit jaar ben ik samen met Rein Willems voorzitter van de kerkenraad van de PKN Den Haag West. Daardoor zie ik als door een vergrootglas wat er allemaal in de kerk gebeurt. Velen zetten zich er met hart en ziel voor in en ik zie wat de gemeente en het kerkgebouw voor hen betekent.
Ik denk aan een uitspraak van een dominee op televisie. Hij zei het mooi te vinden dat je in de kerk binnenkomt in iets dat al gaande is. Je komt met wie je zelf bent in iets dat al begonnen is. God is er om jou te ontvangen. In de kerk raken hemel en aarde aan elkaar. Indrukwekkend vind ik dat te ervaren in eeuwenoude kerkgebouwen waar de geschiedenis van hen die ons zijn voorgegaan hangt. Ook weer op de televisie zag ik afgelopen zondag een viering in de Sint Jan in Den Bosch. Ik ken die kerk goed uit de tijd dat ik als predikant werkte in het Huis van Bewaring in Den Bosch. Al 800 jaar is de beweging van het geloof in God daar gaande. Als protestant voel ik me sterk verbonden met de rooms-katholieke kerk. Als ik er binnenkom voel ik me thuis en steek ik er graag een kaarsje aan.
Amashir 13 juli 2016
Amashir is een Antilliaanse man die na een detentieverleden bezig is een nieuw bestaan op te bouwen. Als je hebt vastgezeten is dat geen eenvoudige zaak. Er moet dan heel veel worden geregeld voor een dak boven je hoofd en inkomen om te leven. En het kan zijn dat je ondersteuning nodig hebt om iets nieuws van je leven te gaan maken. Dit allemaal is meestal niet van de ene op de andere dag georganiseerd. Het kost veel tijd. En instanties werken over het algemenen langzaam en bureaucratisch.
Amashir heeft bij Exodus gewoond. Daar heb ik hem vaak ontmoet. Mooi vond ik dat hij zich heeft ingezet voor een nazorgproject voor ex-gedetineerden op Bonaire waar ik mee bezig ben. Hij maakte kleine houten stoeltjes om flessen in te zetten die ik bij mijn lezingen verkocht. De opbrengst was bestemd om op Bonaire jongeren uit de criminaliteit te halen en ze te begeleiden naar werk en huisvesting.
Amashir woont en werkt nu op een zorgboerderij. Daar heeft hij een eigen unit en een eigen taak. Hij heeft helemaal alleen de verantwoordelijkheid voor de kalverstal. Het boerenleven is hem op het lijf geschreven, zo zegt hij zelf. Hij voelt feilloos aan als de koeien iets nodig hebben of als er iets met ze aan de hand is. Hij rijdt op de trekker. Hij wil doorgaan in het boerenleven en cursussen volgen. Hij heeft zijn eigen capaciteiten in korte tijd op de zorgboerderij ontdekt.
Kortgeleden is hij met mij mee geweest naar een Exodus event. Daar werd gesproken over de betekenis die nazorg heeft voor ex-gedetineerden. Ze kwamen daar voluit zelf aan het woord in interviews. Ramon is ook een tijd begeleid op een boerenbedrijf. Het thema van het event was de vraag hoe begeleiders in de nazorg voor ex-gedetineerden het verschil kunnen maken. Het gaat niet alleen maar om de methodiek –hoe belangrijke die ook is- , maar ook om de persoonlijke inbreng van de begeleiders zelf. De aandacht die ze kregen van het gezin waar ze opgenomen waren ook als het heel moeilijk was heeft hen er doorheen geholpen en gemotiveerd.
Het moet niet gekker worden, 8 juni 2016
“Het moet niet gekker worden” was het thema van het symposium dat de stichting straatpastoraat en Diaconaal Centrum De Bakkerij op 8 juni 2016 in Leiden organiseerde.
Aanleiding voor het symposium is het groeiend aantal incidenten met verwarde personen en de tussenrapportage van het Aanjaagteam Verwarde Personen.
In het rapport wordt gepleit voor meer integrale hulpverlening en samenwerking tussen de professionals en ook voor een inzet op de dagelijkse levenssituatie van de mensen om wie het gaat.
Een van de sprekers was Liesbeth Spies, burgemeester van Alphen aan de Rijn en voorzitter van het aanjaagteam.
Ik hield daar een toespraak over het initiatief My Home dat is ontwikkeld om mensen die psychisch kwetsbaar zijn met een vrijwilligersnetwerk te gaan ondersteunen. Dit netwerk is bedoeld voor ondersteuning in de dagelijkse levenssituatie, zoals hierboven aanbevolen wordt.
Zie over de uitkomst van het symposium http://www.debakkerijleiden.nl/nieuws/2016/06/symposium-vraagt-aandacht-voor-de-persoon
9 april 2016
Zingen in de bajes
In de gevangenis Scheveningen waar ik als predikant heb gewerkt werden de kerkdiensten druk bezocht. Natuurlijk was dat om even de cel uit te zijn. Maar het ging de gevangenen ook om verdieping en bezinning. Veel gedetineerden zoeken er troost en bemoediging, zo blijkt uit allerlei onderzoeken. In de kerkdiensten zijn vrijwilligers van buiten van grote betekenis. Zij brengen de buitenwereld binnen. Ze laten zien dat de wereld groter is dan de gevangenis. En vooral laten ze gevangenen ervaren dat ze er ondanks de muren bij blijven horen.
In de gevangeniskerkdiensten is muziek ook van groot belang. Veel gedetineerden zijn niet gewend om te zingen – en zeker geen religieuze liederen. En toch zijn liederen onmisbaar. Je kunt in een lied dat je ontroert iets van God ervaren.
Heel belangrijk zijn dan ook musici om de liederen te begeleiden. Eén van hen was Willem van Dijk, die jarenlang als organist in Scheveningen de liederen begeleidde.Bij zijn vijftigste verjaardag zongen de gedetineerden een mooi lied dat eindigde met de woorden:
“van Dijk blijve nog lang gezond en goed
ons lied op zijn muziek naar boven dragen”.
Ik kwam dit lied deze maand weer tegen bij Willems zeventigste verjaardag. De betekenis ervan is nog steeds actueel.